roterende banner

maandag 2 juni 2014

Het Bilderbergtoernooi van 2007

Ter gelegenheid van onze promotie naar de KNSB competitie hieronder twee partijen van mij uit het NK senioren (Bilderbergtoernooi) van 2007. Moge deze partijen bij mijn teamgenoten iedere vrees wegnemen omtrent het spelen op hoog niveau. 

FM Maarten Etmans, 2186- Ruud van Caspel, 2067, NK senioren 01.07.07, derde ronde.

1 e4 - c6 2 d4 - d5 3 e5 - g6 4 c4 - Lg7 5 Pc3 - Pa6
Dit nogal gestoorde en zelfbedachte systeempje speelde ik toen in mijn zwartpartijen als ik de kans kreeg. Ik wist –denk ik- ook toen wel dat het niet goed kon zijn, maar dat geldt voor bijna al mijn keuzes. Vaak heb ik veel  geluk gehad, en zo ook in dit NK senioren.
Gelukkig beschikte ik toen nog niet over een schaakcomputer, die me zou hebben verteld dat het allemaal onzin is.
6 cd5: - Pb4 7 dc6: - Dd4:
Ik geloof dat het slaan op d4 als een verrassing kwam voor mijn tegenstander. Moge dit hoop geven aan alle Tony’s van onze club: ook een FM, die in 1969 nog een partij won van Jan Timman, is te foppen. Voor mij is het een goede strategie: omdat ik niet kan schaken, moet ik het hebben van schwindels. Na 8. cb7: - Lb7: 9. Lb5+ – Kf8 (of zelfs Lc6) ontstaat de stelling die ik op het oog had.

8 Dd4: - Pc2 9 Kd1 – Pd4: 10 Lf4 – bc6: 11 Ld3 – Lf5 12 Lf5: - gf5: 13 Pf3 – f6
13….f6 is niet goed (veel beter 13…Td8), maar ik dacht dat die zet kon wachten. 
14 Te1 – Td8 15 Kc1 – Pf3: 16 gf3: - Td3 17 e6 – Tf3: 18 Le3 – Lh6 19 Kc2 – Le3: 20 fe3: - Ph6 21 Te2 – Pg4 22 Tae1 – h5 23 b4 – 0-0 24 b5 – Tc8 25 Kb3 – cb5: 26 Pb5: - Tb8 27 Ka4 – Th3 28 Pd4 - Tb6 29 Tc1 – Te3: 30 Tc8+ - Kh7 31 Te3: - Pe3: 32 Td8 – f4 33 Td7 – Kg6 34 a3 – Pf5 35 Pf5: - Kf5: 36 Te7: - f3 
Wit geeft op.

Bij winst in de laatste ronde zou ik kampioen zijn, voor spelers  als IMs Zuidema, Böhm en Hartoch en FMs Vogel  en van den Berg.

Gerrit Visser, 2244 – Ruud van Caspel, 2067, NK senioren 2007 06.07.07, zevende ronde.
1 e4 – c6 2 d4 – d5 3 e5 – g6 4 c4 – Lg7 5 Pc3- Pa6 6 cd5: - Pb4 7 Db3 – Pd5: 8 Ld2

Visser won in 1977 op het Open NK met zwart in 13 zetten van GM Paul van der Sterren.
In plaats van 8. Ld2 is 8. Lc4 al bijna winnend. Caïssa had echter beslist dat zij al mijn tegenstanders met blindheid zou slaan.

8 .... - Pb6 9 Pf3 – Le6 10 Dc2 – Ld5 11 Pd5: - Pd5: 12 Lc4 – e6 13 0-0 – Pge7 14 Lg5 – h6 (diagram onder)
15 Ld5:

Wit begint een combinatie die niet goed is. Nu stond ik gewonnen en werd ik erg zenuwachtig, omdat het kampioenschap op het spel stond –ik moest daarvoor deze laatste ronde  winnen,  en omdat mijn koning belaagd wordt door een speler die niets meer te verliezen heeft.
15 ... - hg5: 16 Le6: - fe6: 17 Pg5: - Dd4: 18 Pe6: - De5: 19 Pg7: - Kf7 (?!) 20 h3 – Kg7: 21 Tae1 – Df6 22 Db3 – Taf8 (?!) 23 Te6 – Df7 24 Dc3+ - Kh7 25 Te4 – Kg8 26 Tg4 – Pd5 27 Db3 – Kg7 28 f4 – Pf6 29 Dc3 – Kg8 30 Tg5 – Pe4 Wit gaf op.

Tijdens de huldiging declameerde ik sonnet XVIII van WS. Blij, dus.

De (schaak)computer is nu gemeen goed, in meer dan één betekenis. Ook tegen spelers met een lage Elo kun je nu niet meer openen zoals ik dat in 2007 nog (juist) wel kon. Door de komst van de schaakcomputer is het schaakspel radicaal veranderd. Voorheen was het een prospectief spel, nu is het een retrospectieve geheugentraining. Vroeger moest je alleen maar goed kunnen visualiseren, vooruitzien, nu komt het voornamelijk op je geheugen aan. Je ziet dat ook aan de houding van de spelers aan het bord. Aljechin zat voorovergebogen aan het bord, met borende blik te schouwen, terwijl Magnus naar het plafond staart en daarop zijn herinneringen projecteert. Het bord leidt hem alleen maar af.
Je kunt m.i. op drie manieren omgaan met deze ingrijpende verandering. De eerste en waarschijnlijk beste manier is stoppen met schaken en gaan bridgen of op je handen leren lopen.
Een andere manier is je naar de computer te voegen, en dus ook naar je tegenstander die immers ook beschikt over een computer, en je hoofd volstampen met computervarianten. Een pathetische keus als je op een zo’n laag niveau speelt als wij. Mijn manier is het bestaan van de computer te accepteren, maar in die wereld naar sluipwegen te zoeken. Nog is de mens vindingrijker dan de computer. Ik wil wel eens een colloquium doctum houden op de club als daarvoor geïnteresseerden te vinden zijn, over hoe je een openingsrepertoire opbouwt als Grote Broer je voortdurend in de gaten houdt en als je weet dat je tegenstander gewapend is met varianten van Fritz die jij moet zien te ontlopen -zonder dat je daarvoor bizarre zetten moet spelen, zoals mijn eerste vijf zetten in deze partijen.
Ruud

1 opmerking:

  1. Prachtig illustratie van wat ons te wachten staat, mooie partijen die worden gewonnen. Over het geheugen van onze opponenten hoeven we ons echt geen zorgen te maken, het geheugen van de mens is waardeloos, slechts een enkeling is echt in staat om zinvol varianten uit het hoofd te leren. Waar heb ik dat ook al weer gelezen?

    BeantwoordenVerwijderen