Vrijdagavond, tien over acht, ENSP IV tegen De Raadsheer III, stilte. Een gedeelde, geconcentreerde stilte. En dan klinkt er hemelse muziek. Het koor Boeuf Majeur heeft de generale repititie voor Ein Deutsches requime van Brahms in de Vredeskerk, met haar galmende, katholieke akoustiek. “Zalig zijn zij die treuren, want zij zullen getroost worden”.
Op het derde bord krijgt Ronald Post met zwart de kans om met zijn loper de toren op a1 te nemen. Dat is een vroege kwaliteit winst, maar ja, het is ook een verzwakking van de verdediging als wit de diagonaal a1 - h8 houdt. Ronald gaat er goed voor zitten. Denkt tien minuten, twintig minuten. De tegenstander Reitze Brouwer komt een praatje met me maken. Zijn voornaam is niet goed gespeld boven het bord waarop iedereen via internet de partij kan volgen. Ik durf ‘m niet te vragen of hij hoopt dat zijn toren genomen wordt; dat zou zijn denken kunnen verstoren. Ronald neemt de toren niet en heeft misschien spijt want enkele zetten later heeft wit een vorkje op de koningsvleugel. De kwaliteit en het vorkje blijven enkele zetten instaan, want er er zijn nog meer dringende tactische zetten te spelen. Het lukt Reitze de toren op a1 weg te schuiven en met stukwinst het vorkje te verzilveren. Dat ziet er nog niet zo goed uit voor Ronald, die besluit Ronald Lastpost te worden.
Op bord twee is het spel strategischer. De pionnen rukken aan beide kanten op, langzaam maar vooral bekeken, en de stukken blijven erachter, alles aan beide zijden goed georkestreerd. Geen enkele Napoleontische uitval, daarvoor is er teveel balans en te weinig oneffenheid in het veld. Daan Poldermans met wit gebruikt veel veel tijd maar wellicht groeit er een klein positioneel voordeel en als het materiaal gelijk blijft is de positie beslissend. In elke pion schuilt een dame, en hoe groot die drang van binnen is maakt niet uit, het gaat erom wie het eerst die dame wordt. Wit heeft vier pionnen naast elkaar op de vierde rij; zwart heeft vier pionnen op rij op de zesde rij. Is dat de veertig minuten verschil in denktijd waard?
De dynamiek zit in bord 7. Er worden stukken geslagen, er wordt agressief gespeeld en er wordt snel een directe koningsaanval opgezet door de jonge held van De Raadsheer III. Gerben sneuvelt vroeg. De partij wordt afgesloten met een vriendelijke boks. Iemand schuift per ongeluk het bordje 1 - 0 voor ENSP in de getoonde stand. Er ontstaat enige consternatie bij de captain Cilia van de Raadsheer. Als het misverstand blijkt, kan zij weer rustiger adem halen. De partij op bord 1 was al eerder gespeeld en door hun gewonnen, dus ze staan met 0-2 voor.
Alles is nog mogelijk. Nou ja, tot en met 6-2. En Albert op bord 8 staat ook al onder druk. Zijn tegenstander heeft een vrije pion op de e-lijn die stevig oprukt; e-5, e-4, e-3. Dan besluit Albert op dappere en complexe wijze af te wikkelen: de pion mag promoveren, en daarbij zelfs een paard slaan op f8. Alleen: zijn toren op e-1 neemt meteen de dekkende dame op e-6 en dreigt met e-8 mat, en na zwarts daarom gedwongen Te8 maal die toren op e6, kan wit ook de net gepromoveerde dame slaan. Zo heeft zwart een dame meer en zo heeft zwart een dame minder. Dat neemt niet weg dat Albert nu technisch misschien verloren staat. Een eenzame dame tegen twee torens en een stuk. Ieder twee pionneneilandjes, de torens van zwart nog niet verbonden. Albert blijkt dit echter handig en bekwaam naar remise te kunnen schuiven.
Op het derde bord krijgt Ronald Post met zwart de kans om met zijn loper de toren op a1 te nemen. Dat is een vroege kwaliteit winst, maar ja, het is ook een verzwakking van de verdediging als wit de diagonaal a1 - h8 houdt. Ronald gaat er goed voor zitten. Denkt tien minuten, twintig minuten. De tegenstander Reitze Brouwer komt een praatje met me maken. Zijn voornaam is niet goed gespeld boven het bord waarop iedereen via internet de partij kan volgen. Ik durf ‘m niet te vragen of hij hoopt dat zijn toren genomen wordt; dat zou zijn denken kunnen verstoren. Ronald neemt de toren niet en heeft misschien spijt want enkele zetten later heeft wit een vorkje op de koningsvleugel. De kwaliteit en het vorkje blijven enkele zetten instaan, want er er zijn nog meer dringende tactische zetten te spelen. Het lukt Reitze de toren op a1 weg te schuiven en met stukwinst het vorkje te verzilveren. Dat ziet er nog niet zo goed uit voor Ronald, die besluit Ronald Lastpost te worden.
Op bord twee is het spel strategischer. De pionnen rukken aan beide kanten op, langzaam maar vooral bekeken, en de stukken blijven erachter, alles aan beide zijden goed georkestreerd. Geen enkele Napoleontische uitval, daarvoor is er teveel balans en te weinig oneffenheid in het veld. Daan Poldermans met wit gebruikt veel veel tijd maar wellicht groeit er een klein positioneel voordeel en als het materiaal gelijk blijft is de positie beslissend. In elke pion schuilt een dame, en hoe groot die drang van binnen is maakt niet uit, het gaat erom wie het eerst die dame wordt. Wit heeft vier pionnen naast elkaar op de vierde rij; zwart heeft vier pionnen op rij op de zesde rij. Is dat de veertig minuten verschil in denktijd waard?
De dynamiek zit in bord 7. Er worden stukken geslagen, er wordt agressief gespeeld en er wordt snel een directe koningsaanval opgezet door de jonge held van De Raadsheer III. Gerben sneuvelt vroeg. De partij wordt afgesloten met een vriendelijke boks. Iemand schuift per ongeluk het bordje 1 - 0 voor ENSP in de getoonde stand. Er ontstaat enige consternatie bij de captain Cilia van de Raadsheer. Als het misverstand blijkt, kan zij weer rustiger adem halen. De partij op bord 1 was al eerder gespeeld en door hun gewonnen, dus ze staan met 0-2 voor.
Alles is nog mogelijk. Nou ja, tot en met 6-2. En Albert op bord 8 staat ook al onder druk. Zijn tegenstander heeft een vrije pion op de e-lijn die stevig oprukt; e-5, e-4, e-3. Dan besluit Albert op dappere en complexe wijze af te wikkelen: de pion mag promoveren, en daarbij zelfs een paard slaan op f8. Alleen: zijn toren op e-1 neemt meteen de dekkende dame op e-6 en dreigt met e-8 mat, en na zwarts daarom gedwongen Te8 maal die toren op e6, kan wit ook de net gepromoveerde dame slaan. Zo heeft zwart een dame meer en zo heeft zwart een dame minder. Dat neemt niet weg dat Albert nu technisch misschien verloren staat. Een eenzame dame tegen twee torens en een stuk. Ieder twee pionneneilandjes, de torens van zwart nog niet verbonden. Albert blijkt dit echter handig en bekwaam naar remise te kunnen schuiven.
Op de borden 4 en 5, bij Arjen en Johan, lijken materiaal, tijd en positie ook in evenwichtig. Ik kan natuurlijk niet als een computer evalueren en ik weet ook niet wat er in de hoofden allemaal omgaat. Wel is duidelijk dat er veel in de hoofden omgaat. De pen blijft in de ene hand en de andere hand gaat naar het voorhoofd. Af en toe kijkt Johan ernstig om zich heen, dan weer ernstig naar de over-all stand. Arjen zit nog dieper in zijn complexe stelling. Er is met zoveel stukken overal op het bord tactisch misschien nog wel wat te halen, maar er moet ook al aan het eindspel gedacht worden. Johan maakt inderdaad remise en zit drie minuten later al te analyseren of hij misschien ergens iets heeft laten liggen rond de twintigste zet. Arjan en zijn tegenstander gaan daar tot het gaatje: misschien is de stand weliswaar in evenwicht, kunnen ze even goed schaken maar is de één beter bestand tegen tijdsdruk dan de ander. Maar ook dat blijkt niet, en ook die partij wordt remise.
Op bord 6 bij Gerard Visser heeft ondertussen al “mat”geklonken. Gerard laat achteraf weten toch echt beter te hebben gestaan, maar ’t één of twee keer te hebben laten liggen, en hij had dat vreemd matje aan de zijlijn natuurlijk eerder makkelijk kunnen voorkomen. Het is allemaal waar, maar daarmee heeft ENPS IV nog geen winstpartij.
Moet het komen van Daan? Met minder tijd op de klok staat zijn koning nu beter in het toreneindspel. Daardoor lukt ‘t ‘m om twee pionnen te rapen, waar zwart er maar één kan pakken. Nou ja, zwart kan toch nog een pion pakken, maar dat dan weer ten koste van een mooie positie op de a- en b-lijn van wit: twee verbonden pionnen met de koning erbij en er maar één pion ertegenover en de zwarte koning op enige afstand. Moeilijk: lopen, lopen, lopen met de pionnen, de andere koning afhouden met de toren, of juist de eigen koning bewegen? Prachtig materiaal voor een diepe studie, maar niet als je nog maar vier minuten op de klok hebt. Het lukt zwart om de a- en b-pionnen op te slokken en dan houdt wit een schamele pion over, niet genoeg voor de winst. Daan biedt remise aan, maar dat wordt geweigerd, misschien gaat hij nog wel door zijn klok! Maar nee, remise.
En op bord 3, Ronald, een remise lijkt er niet meer in te zitten, toch? Een mindere positie en een stuk achterstand en maar een beetje tegenspel. En dan maakt wit na 37 goede zetten een vreemde fout. Dame g3 – g5, om een dameruil te forceren, mist de tegenzet dame h6 x h3. Schaak? Nee, mat. “Zalig zijn zij die treuren, want zij zullen getroost worden”.
Op bord 6 bij Gerard Visser heeft ondertussen al “mat”geklonken. Gerard laat achteraf weten toch echt beter te hebben gestaan, maar ’t één of twee keer te hebben laten liggen, en hij had dat vreemd matje aan de zijlijn natuurlijk eerder makkelijk kunnen voorkomen. Het is allemaal waar, maar daarmee heeft ENPS IV nog geen winstpartij.
Moet het komen van Daan? Met minder tijd op de klok staat zijn koning nu beter in het toreneindspel. Daardoor lukt ‘t ‘m om twee pionnen te rapen, waar zwart er maar één kan pakken. Nou ja, zwart kan toch nog een pion pakken, maar dat dan weer ten koste van een mooie positie op de a- en b-lijn van wit: twee verbonden pionnen met de koning erbij en er maar één pion ertegenover en de zwarte koning op enige afstand. Moeilijk: lopen, lopen, lopen met de pionnen, de andere koning afhouden met de toren, of juist de eigen koning bewegen? Prachtig materiaal voor een diepe studie, maar niet als je nog maar vier minuten op de klok hebt. Het lukt zwart om de a- en b-pionnen op te slokken en dan houdt wit een schamele pion over, niet genoeg voor de winst. Daan biedt remise aan, maar dat wordt geweigerd, misschien gaat hij nog wel door zijn klok! Maar nee, remise.
En op bord 3, Ronald, een remise lijkt er niet meer in te zitten, toch? Een mindere positie en een stuk achterstand en maar een beetje tegenspel. En dan maakt wit na 37 goede zetten een vreemde fout. Dame g3 – g5, om een dameruil te forceren, mist de tegenzet dame h6 x h3. Schaak? Nee, mat. “Zalig zijn zij die treuren, want zij zullen getroost worden”.