ENPS 5 speelt gelijk tegen de kampioen

ENPS 5 eindigde het seizoen zoals het begon: met zijn drieën, en na een zielig telefoontje van Albert. De eerste wedstrijd was hij ziek, nu was alleen zijn auto stuk. Toch vervelend, want hij zou chauffeur zijn op de verre reis naar Amsterdam-Noord. Wat nu? Met de bus dan maar! We spraken af bij Amsterdam Centraal. Roeland bleek echter bij de uitstaphalte te wachten. ENPS 5 bestaat uit originele spelers! Albert en Joost gingen hem achterna, en ik zou op de fiets komen.
Toen ik daar was, vlak voor achten, zag ik tot mijn opluchting weliswaar onze spelers, maar verder niemand, op het barpersoneel na (twee vrouw sterk!)
Wat van de schaakvereniging TOZ overgebleven is, kwam even later toch opdraven. Er werden drie externe potjes en twee interne potjes gepseeld, of nee, twee spelers speelden net zo lief niet voor de competitie maar gewoon voor de kat zijn kont, konden ze wat meer partijtjes op een avond spelen.

De wedstrijd dan. Het stond natuurlijk meteen 1-0 en tot mijn ontzetting speelde Albert met zwart, toen ik na een kwartiertje ging kijken. Ik let even niet op en Albert laat zich de zwarte stukken aansmeren. O o o! Ik had hem nog gevraagd: Wil je wit of zwart? Wit, zegt-ie. Dus Albert speelt met wit aan 1, Joost met wit aan 3, en Roeland met 4 aan zwart. Maar Boven IJ ging rommelen, wilde de spelers van bord 2 en 4 wisselen – oke, maakt toch geen verschil – daarna bord 1, 2 en 3 laten bespelen en 4 leeg laten, maar toch kwam het bordje 4 aan Joost zijn bord, nee dat kan niet, want hij heeft wit dus dat moet een oneven bord zijn. Pfff.
Roelands tegenstander speelde snel, maar niet effectief. Hij belandde na in een val van Roeland te trappen in een eindspel loper tegen toren en pluspion. Roeland had echter ook nu geen plan, liet hem de stelling dichtschuiven en moest tot remise besluiten. Verbijsterend, maar ik had nu wel de gelegenheid Roeland van enige lessen te voorzien. Les 1: h6 op zet 2 is verboden. Op zet 2 moet je namelijk een stuk ontwikkelen. Dat ga ik in de gaten houden volgend seizoen! Les 2: een toren heeft ruimte nodig. Als je in het eindspel een toren hebt – en je tegenstander niet – moet je dus lijnen openen en juist voorkomen dat de stelling dichtgeschoven wordt.

Albert en Joost zouden wel winnen, en dan winnen we de wedstrijd met drie man, dacht ik.
Albert echter speelde niks klaar, evenmin als zijn tegenstander. Zij hielden elkaar keurig in evenwicht, dus een terechte remise. Dat hij achteraf om goedkeuring komt vragen, daar heb ik niet zo veel aan, zei ik hem nog.
Joost ging wel weer als een speer. Hij drukte zijn tegenstander meedogenloos in de verdediging, won een pion en kreeg er een tweede bij in ruil voor wat torenactiviteit die hij achteloos neutraliseerde. Het toreneindspel speelde hij soepel uit. Een paar onnauwkeurigheidjes, maar verder allemaal sterke zetten!

Conclusie van dit seizoen: Er had veel meer ingezeten en ik had er vooraf zeker meer van verwacht!
Joost is te sterk voor dit team. Hij heeft solide gespeeld, misschien een tikkeltje voorzichtig en soms met veel geluk, maar 6 uit 6 is nogal een Kanjernorm. Proficiat!
Albert presteert uitstekend (4 uit 6), na enkele moeilijke jaren in ENPS 4.
De rest stelt met 2 ½ punten uit 14 wedstrijden en daar bovenop 2 keer een leeg bord enorm teleur. Dat is erg jammer!

Boven IJ 5      1520 – ENPS 5        1521 2 – 2
Eb Jansen       1552 – N.O.               1 – 0 R
Ernst Lemaire   1421 – Albert de Roo 1511 ½ – ½
Piet Sondervan  1467 – Joost Hecker       0 – 1
George Tetteroo 1639 – Roeland Kief  1530 ½ – ½

Bas