In 2017 deed ik voor de 1ste keer mee aan het Open Nederlands Kampioenschap Schaken in Dieren. Dit jaar was de 7de keer (in 2020 en 2021 gooide het coronavirus roet in het eten). Het toernooi heeft uiteraard een hoofdgroep (het echte Open Kampioenschap). Dan zijn er de Reservegroepen A, B en C (negenkampen), twee 6-rondige toernooien, vierkampen, en een snelschaak- en rapidtoernooi.
Ik heb alle jaren meegedaan in Reservegroep B (dit jaar ratinggrenzen 1700 – 1900). Omdat mijn KNSB-rating tot een bedenkelijk niveau was gezakt (1692 π¬) had ik mij in eerste instantie aangemeld voor Reservegroep C (rating maximaal 1800).
Dat had ik ook gedaan bij het Amsterdam Science Park Toernooi, maar daar haalde ik een behoorlijk resultaat en ik miste toch een klein beetje de uitdaging. Toen ik vervolgens aan mijn oude schaakvriend Paul Neering vroeg of hij ook weer meedeed en ik zei dat ik me in groep C had ingeschreven kreeg ik als reactie per mail: ‘Geen goede keuze! Veel jonge jongens met een te lage rating en teveel energie!’ Dus toch maar geswitcht naar groep B.
Mijn score was doorgaans niet echt daverend (in 2018 een luizige 3 uit 9 en in 2022 de hoogste score tot dusver met 4½ punt.
Dit jaar kan ik terugkijken op mijn beste prestatie, 5 uit 9, 8ste plek in een veld van 29 deelnemers waarin ik de op een na laagste KNSB-rating had! Als ik het goed heb gezien levert dat me 48 ELO punten op. En remise tegen de nummer 1 & 2!
Ailko deed altijd mee in groep C, maar ik heb hem overgehaald (gelet op zijn rating) om eens de uitdaging van een niveautje hoger aan te gaan, dus hij speelde dit jaar voor het eerst in groep B. Met goed resultaat, ook 5 uit 9, levert hem geloof ik zo’n 13 Γ 14 ELO punten op.
Je ziet er wel schakers uit Amsterdam e.o., het bekendste gezicht is wat mij betreft good old Frans de Vreeze. Daarnaast is er een groep die ik alleen maar van dit toernooi ken. Ik noem bijvoorbeeld Franka van Vlokhoven, Lucas de Jong en Karel van Delft.
En ook Peter Remie (die ik op Guernsey heb leren kennen) was er, zij het dat hij er niet de hele periode was (deed de vierkamp). Hij is te zien op de recent geplaatste foto. Ik mag natuurlijk ook Ron Greven niet onvermeld laten, woont weliswaar in Alkmaar maar was wel dit jaar en vorig jaar mijn tegenstander.
Als er iemand een gambietspeler is dan hij wel. Vorig jaar werd ik met Wit getrakteerd op het Olifantengambiet (remise) en dit jaar kreeg ik met Zwart het Frans vleugelgambiet voorgeschoteld. Die laatste partij won ik met enig fortuin moet ik er eerlijkheidshalve wel bij zeggen. Aan dat fortuin is het me zeker de eerste 4 rondes niet ontbroken, ik vergeleek mezelf wat dat betreft met Sarina Wiegman en haar Engelse dames, die het geluk aan haar kont had hangen. In de 5 de ronde was het de enige keer dat het gruwelijk misging.
Aan de andere kant, ik zat gisteren mijn partijen in de computer in te voeren en kwam daarbij tot de conclusie dat ik ook heel veel heb laten liggen. Toch weer mijn oude kwaal, te veel lopen en te weinig denken in de tijd van de tegenstander.
Maar goed, alle partijen waren de moeite waard (ik kom schaakinhoudelijk nog wel op een paar fragmenten terug) en de sfeer was zoals gebruikelijk uitstekend.
Sociaal hoogtepunt was natuurlijk het onverwacht bezoek van Eric, die Ailko en mij kwam aanmoedigen, maar moest constateren dat we allebei al snel klaar waren. Ach ik zei het al, wat ga je dan doen? Drinken!
Daan Poldermans